Deux Poissons

Vismarkt in Japan, 2004
Vismarkt in Japan, 2004. Foto Jim Reekers
Vismarkt in Japan, 2004.

Door Jim Reekers

Als je voor het eerst aankomt op Narita airport, het vliegveld van Tokyo, raak je direct in de war van alle overdadige bewegwijzering in het Japans. Het duurt even voordat je ziet dat er, in kleinere letters, ook Engelse aanduidingen zijn, maar die zijn wel schaars. Het was 2008 en ik was uitgenodigd door de Japanse beroepsvereniging in mijn vak om 2 lezingen en een workshop te geven op hun jaarlijks congres, dat dit keer in Tokyo werd georganiseerd. Mijn gastheren hadden mij een keurige routebeschrijving gestuurd, dus kon ik moeiteloos het loket voor tickets en het perron voor de sneltrein naar Tokyo Central Station vinden – een afstand van 70 kilometer.

Bullet Trains en salarymen
Treinen in Japan zijn ruim, luxueus, schoon en vooral snel – de Bullet Train rijdt op veel trajecten 300 km per uur. Ook een simpele maaltijd aan boord is van hoge kwaliteit. Central Station in Tokyo is een unieke belevenis, het is een stad op zich, en de hele dag een krioelende – zich snel voortbewegende – mensenmassa. De zo beroemde Salarymen, allen met hetzelfde donkere pak, stropdas en tas onder de arm, lopen haastig, in een lange stoet op weg naar de volgende bestemming. Een Salaryman werkt vaak 13 uur per dag en gaat `s avond met de trein weer naar huis, soms ver buiten de stad, om te eten en te slapen, en komt de volgende ochtend vroeg weer terug. Eerst Narita, dan de Bullet Train en tenslotte Central Station met de Salarymen, en je staat direct midden in de Japanse maatschappij. Nadat ik buiten een taxi had gevonden – weer met de route aanwijzing van mijn gastheren – het was ondertussen avond geworden – werd ik overweldigd door de enorme hoeveelheid lichtreclames die werkelijk alom aanwezig waren – in mijn herinnering vergelijkbaar met Times Square. Het was druk op straat en er werd overal in kleine tentjes gegeten. Het Parkhotel was mijn bestemming. Een aantal jaren later heb ik deze reis, totaal onverwacht, nog eens in een déjà vu opnieuw beleefd bij het zien van het begin van de film “Lost in Translation” van Sofia Coppola, met Bill Murray, als een acteur op retour, die in een taxi in Tokyo aankomt voor de opname van een whisky reclame. Ook hier zijn de lichtreclames een belangrijk decor en ook hij komt met de taxi aan bij het Parkhotel – waar een belangrijk deel van de film zich afspeelt.

Vast to-do lijstje tijdens reizen
In elke stad waar ik aankom voor mijn werk heb ik een vast to-do lijstje – ik bereid mij altijd goed voor: musea, belangrijke gebouwen, lokale specialiteitenrestaurants, eventueel muziekinstrumenten winkels, lokale producten om mee te nemen en andere bezienswaardigheden. Soms staat op dit lijstje – als het aanwezig is – ook een sieradengalerie. Dit laatste omdat ik al jaren als sidekick en chauffeur van mijn vrouw optreed, die internationaal bekend is op het gebied van hedendaagse sieraden, als schrijver, leraar, en verzamelaar, en ik haar steun en meedenk met haar verzameling moderne sieraden.

Omdat er tijdens een congres, waar ik alleen als spreker ben uitgenodigd, altijd genoeg tijd overblijft en het verspilling is zo’n eind te vliegen om verder niets van de stad te zien, heb ik altijd een druk en ambitieus programma. Overigens was het hele congres in het Japans en werden mijn voordrachten simultaan vertaald, dus had ik verder op het congres niet veel te zoeken.

Kogelvis eten
Binnen mijn to-do lijstje zijn er altijd weer een vast aantal prioriteiten: musea met een of meer van Goghs staan boven aan de lijst. Het Sompo museum heeft 1 van Gogh, maar dat zijn wel meteen de wereldberoemde zonnebloemen, de rest van de collectie kun je overslaan. In het kader van de lokale specialiteitenrestaurants wilde ik kogelvis eten. Kogelvis is een delicatesse die in vele landen verboden is. Het eten van fugu – de Japanse benaming voor de vis – is namelijk als Russische roulette; een verkeerd bereid exemplaar leidt tot de dood en een tegengif is er niet. Verder wilde ik naar de wereldberoemde oude vismarkt (helaas tegenwoordig vervangen door een nieuwe markt) en wilde ik een echt sushimes kopen. En dan was er ook nog een sieradengalerie: Deux Poissons die – althans dat had ik uitgezocht – in dezelfde straat, recht tegenover Droog Design Tokyo lag – dus dat kon ik mooi combineren.

In Japan laten je gastheren je nooit aan je lot over, dus kreeg ik een dag een jonge collega mee als gids. Eerst ‘s ochtends vroeg naar de vismarkt, dit is een ongekende sensatie want je loopt gewoon vrij over de markt tussen de vers gevangen tonijn door. Een ongelofelijke herrie, stank en visafval, terwijl om je heen de vis wordt verzaagd en verkocht aan restauranteigenaren. Er zijn ook veel kleine restaurantjes waar je verse rauwe vis kunt eten (sashimi) om 6 uur ‘s ochtends – verser dan vers – een ultieme belevenis. Vervolgens ‘s middags met mijn gids kogelvis gegeten. In Tokyo zijn de winkels per wijk verdeeld, zo heb je wijken waar ze alleen elektronica verkopen, of alleen keukengerei, en er is een straat waar alle kogelvisrestaurants bijeen zitten. De etalages van al deze winkels bestaan uit grote aquaria waarin kogelvissen zwemmen, en aan de voordeur hangt de vergunning en het diploma van de kok, dat aangeeft dat je hier veilig kogelvis kunt eten – alleen wel in het Japans. Kogelvis eet je rauw en het smaakt een beetje naar oesters, het laat een lichte tinteling achter op je lip – zoiets als het restje van een tandarts verdoving.

Op zoek naar een sushimes
Vervolgens op zoek naar een sushimes. Mijn gids bracht mij naar een prachtige messenwinkel in het keukengereidistrict. Er was een kleine voorwinkel met allerlei messen in cadeauverpakking, duidelijk bedoeld voor toeristen. In de nog kleinere achterwinkel hingen de prachtigste messen in rijen uitgestald. Er was een oudere man in de winkel aanwezig die ons niet aankeek. Omdat ik wist dat sommige messen wel meer dan 1000 euro konden kosten, vroeg ik mijn gids – aan de hand van mijn budget – te vragen naar een goed sushimes. De boodschap was echter helder: aan buitenlanders werd geen handgemaakt mes verkocht, ik kon een keuze maken uit de cadeauvoorraad in de voorwinkel, dat was het. Omdat begrippen als culturele toeëigening en materieel erfgoed nog niet waren uitgevonden ben ik toen, vol onbegrip en bozig, zonder sushimes vertrokken. Ook in 2004 waren Japanners al zuinig op hun tradities.

Deux Poissons
De volgende dag, na mijn tweede lezing, besloot ik zelfstanding op zoek te gaan naar de sieradengalerie Deux Poissons. Tokyo heeft 14 miljoen inwoners, een complex metronet met alleen Japanse bewegwijzering en inwoners die niet echt toegankelijk zijn voor vragen in het Engels. Google Maps en Google Translate bestonden in die tijd nog niet, dus werd het een heel avontuur. Het is belangrijk, heb ik over de jaren geleerd, altijd een kaartje van het hotel mee te nemen, zodat je in geval van nood in een taxi kunt stappen en je terug kunt laten brengen naar je hotel. Na veel omzwervingen – die ik u hier verder zal besparen – kwam ik aan in een smal, kort straatje waar de galerie zich bevond. De galerie is gehuisvest in een kelderverdieping van een heel smal pand. Je gaat via een trap naar beneden en komt terecht in een pijpenla van minder dan 2 meter breed, met aan de linkerkant een vitrinekast, waardoor de loopruimte hoogstens 60 centimeter breed is. Achterin wordt het iets breder en daar staat een kleine tafel waar de galeriehouder zich bevindt. Er is geen daglicht. Het deed mij een beetje denken aan de eerste locatie van Galerie Ra in de Lange Leidsedwarsstraat, maar dan nog veel kleiner. Ik weet niet precies meer welke kunstenaar een tentoonstelling had, het kan Bettina Speckner geweest zijn, maar evengoed iemand anders. Nadat ik de tentoonstelling had bekeken vroeg ik aan de galeriehouder of hij ook misschien nog Nederlandse sieraden had. Na enig zoeken haalde hij onder de vitrinekast een doos tevoorschijn met daarin werk van Herman Hermsen, Gijs Bakker (Holysport broche uit 1998 en Adam uit 1988) en Emmy van Leersum (1 nylon armband en 1 nylon halssieraad). Ik besloot direct de hele collectie Bakker en Van Leersum voor de verzameling van mijn vrouw te kopen.

Opgetogen en blij met mijn aankoop verliet ik de galerie, op weg naar het filiaal van Droog Design, dat zich volgens mijn research precies aan de overkant in dezelfde straat zou moeten bevinden. Aan de overkant bevond zich alleen een soort garagepand met een glazen ruit, verder bestond de korte straat alleen uit woonhuizen. Binnen zag het eruit als een opslag, een oude motorfiets, 2 kapotte plastic stoelen, een omgevallen verfblik en een paar dozen, sommige deels geopend. Er was geen licht aan en er was niemand aanwezig. Op een van de dozen stond DROOG DESIGN. AMSTERDAM – NEW YORK – TOKYO.

Jim Reekers

Bibliografie
Doornbusch, E. (5 november 2021) Overzicht gastcolumns eerste jubileum 2021. hedendaagsesieraden.nl.

Links
• Wikidata

Donaties
Deze website heeft geen commercieel doel en is op persoonlijk initiatief, onafhankelijk en geheel op vrijwillige basis met minimale middelen tot stand gekomen. Wilt u dat steunen met een gift? Dat kan! U kunt uw bijdrage overmaken naar: NL27 TRIO 0781 5140 02 ten name van E. Doornbusch te Amsterdam onder vermelding van hedendaagse sieraden, ook kunt u doneren via paypal.me/hedendaagsesieraden. Giften zullen worden aangewend voor onderhoud en verbetering van de website.

Duurzaam verwijzen naar deze pagina? Gebruik dan deze link: https://hedendaagsesieraden.nl/2021/12/13/deux-poissons/

Geef een reactie