
#Door Manon van der Mullen
Een kleine ode aan Käthe en Elisabeth (‘Lie’) Thevissen
Tot mijn meest dierbare bezittingen behoren deze twee ringen: een witgouden exemplaar met vijf kleine briljanten in halvemaanzetting en een gouden met vijf rode steentjes: granaat in ronde zetting. Dagelijks schitteren ze onafscheidelijk aan mijn rechter ringvinger, waar ze regelmatig de aandacht trekken. ‘Waarom draag je beide ringen samen; ze passen niet bij elkaar?’, hoor ik vaak. Of: ‘inmiddels verloofd en getrouwd?’, zoals een oud-collega ooit aan me vroeg. In mijn omgeving zorgen ze overduidelijk voor verwarring: op het eerste gezicht lijken beide sieraden inderdaad niet bij elkaar te horen, al is dat natuurlijk slechts een kwestie van perspectief.
Uitgetypte afspraken
De witgouden ring was ooit van Elisabeth (‘Lie’) Thevissen (1920-2018), mijn oma van moederskant. Op eerste kerstdag 1980, jaren voor mijn geboorte, had zij laten vastleggen aan wie ze haar favoriete sieraden wilde nalaten: vier sieraden waren bestemd voor mijn moeder en vier voor mijn tante. De afspraken werden uitgetypt en ondertekend door alle betrokken vrouwen in de familie, en daarnaast door de oudere zus van mijn oma, die als getuige optrad. De witgouden ring werd toebedeeld aan mijn moeder. Toen ik echter mijn middelbareschooldiploma behaalde, kreeg ik de betreffende ring – die ze voor mij had laten verkleinen – van mijn oma cadeau om die mijlpaal te markeren. Na haar overlijden troffen we de inmiddels vergeten overeenkomst te midden van haar sieraden aan. Het leven was anders gelopen, maar ze had er overduidelijk niet meer aan gedacht om het document bij te werken, zoals dat waarschijnlijk vaker gaat bij brieven in doosjes.
Subtiel slotje
Functioneel is de ring inmiddels ook; hij voorkomt namelijk dat de andere, gouden ring van m’n vinger kan glijden. Deze tweede ring is een erfstuk van mijn oudtante Käthe Thevissen (1915-2004). Toen zij op hogere leeftijd last kreeg van artrose, werden de knokkels van haar vingers dikker. Om ervoor te zorgen dat ze haar sieraden desalniettemin kon blijven dragen, liet ze in al haar ringen een subtiel slotje aanbrengen, zodat ze niet meer over haar hele vinger hoefden te worden geschoven. De ring van mijn oudtante is voor mijn vingers te groot, maar omdat het slotje me aan haar herinnert, kies ik ervoor om het intact te laten. Bovendien waarborgt de tastbare herinnering aan mijn oma op die manier mijn aandenken aan haar zus.
Tot in de puntjes verzorgd
De twee zussen waren altijd tot in de puntjes verzorgd en dol op accessoires; hun kasten puilden uit van handtassen en handschoenen in nagenoeg alle kleuren van de regenboog. Af en toe mocht ik mee om de voorraad aan te vullen of te laten herstellen, uitjes naar chique lederwarenwinkels in Aken, Maastricht of Heerlen. Ik keek er m’n ogen uit. Mijn oma had een voorliefde voor lange halskettingen, mijn oudtante voor broches en ringen. Tijdens logeerpartijtjes snoof ik de geur van leer die op de gang hing op en schuifelde ik stiekem rond met de rinkelende kettingen die tot op mijn knieën reikten. Spijtig genoeg heb ik nooit gevraagd waar hun liefde voor sieraden vandaan kwam, waardoor mijn fantasie ruim baan krijgt. Misschien speelden ook zij al op jonge leeftijd met de sieraden van hun oma? Evenmin weet ik waar hun sieraden vandaan komen of voor welke gelegenheid ze zijn aangeschaft. Het was overduidelijk een familietrekje om bijzondere levensgebeurtenissen te vieren met de aankoop van een sieraad. Hun levenspartners zijn me bijgebleven als statige, charmante mannen met een verfijnde smaak: mijn oudoom was districtsadjudant bij de Rijkspolitie en mijn stiefopa bigbandleider. Ongetwijfeld hebben zij een deel van de sieraden cadeau gedaan, maar vrijwel zeker op aangeven van hun echtgenotes, want hun smaak was uitgesproken.
Toch verloofd en getrouwd
Elke dag opnieuw herinneren de objecten me aan de bijzondere band die ik met beide vrouwen had en nog steeds heb. Naast onze gedeelde interesse in accessoires bracht mijn oudtante me de liefde voor het lezen bij, en voor het strand. Ze voelde feilloos aan welke boeken ik mooi vond, ook toen ik daar zelf nog geen duidelijk beeld bij had: dankzij haar verslond ik de oeuvres van Thea Beckman en Jan Terlouw. Toen ze zelf niet meer naar haar favoriete Waddeneiland Vlieland afreisde, nam ik schelpen voor haar mee van onze gezinsvakanties in Frankrijk en Spanje. Mijn oma – geen lezer en al helemaal geen strandliefhebber – nam me mee naar balletvoorstellingen in het theater en bracht me, af en toe weinig omfloerst, etiquette bij. Als kind begreep ik vaak niet waar het goed voor was, maar naarmate ik zelf ouder word, breng ik deze kennis onbewust steeds vaker in praktijk.
Ik draag hun bezit met gepaste trots en op de momenten dat het nodig is, ontleen ik er dankbaar raad en steun aan; voor altijd verbonden met twee zeer dierbare vrouwen in mijn leven. Bij nader inzien toch een soort van verloofd en getrouwd.
Manon van der Mullen
Bibliografie
Doornbusch, E. (5 november 2021) Overzicht gastcolumns eerste jubileum 2021. hedendaagsesieraden.nl.
Links
• Wikidata
Donaties
Deze website heeft geen commercieel doel en is op persoonlijk initiatief, onafhankelijk en geheel op vrijwillige basis met minimale middelen tot stand gekomen. Wilt u dat steunen met een gift? Dat kan! U kunt uw bijdrage overmaken naar: NL27 TRIO 0781 5140 02 ten name van E. Doornbusch te Amsterdam onder vermelding van hedendaagse sieraden, ook kunt u doneren via paypal.me/hedendaagsesieraden. Giften zullen worden aangewend voor onderhoud en verbetering van de website.
Duurzaam verwijzen naar deze pagina? Gebruik dan deze link: https://hedendaagsesieraden.nl/2023/02/08/een-kleine-ode-aan-kathe-en-elisabeth-thevissen/