Gescheiden werelden

Bernhard Strigel, Portret van Bianca Maria Sforza, schilderij, circa 1505-1510. Collectie Tiroler Landesmuseum. Foto Sara van Dijk
Bernhard Strigel, Portret van Bianca Maria Sforza, schilderij, circa. 1505-1510. Collectie Tiroler Landesmuseum. Foto Sara van Dijk
Bernhard Strigel, Portret van Bianca Maria Sforza, schilderij, circa. 1505-1510. Collectie Tiroler Landesmuseum. Foto met dank aan Sara van Dijk©

Door Sara van Dijk

Gescheiden werelden
Als student kunstgeschiedenis interesseerde ik me meer voor gebruiksvoorwerpen dan kunst met de grote K. Niet voor niets was ik in Leiden gaan studeren, de enige Nederlandse universiteit waar je kon afstuderen in kunstnijverheid en wooncultuur. Ik had -en heb nog steeds- een grote fascinatie voor hoe het leven van alledag er vroeger uitzag. Wat deed je, wat trok je aan, hoe zag je huis eruit? Ik koos voor het specialisme kostuumgeschiedenis. Dichter op de huid van de historische mens kom je niet.

Toch begon iets geks op te vallen tijdens de colleges en in de vakliteratuur. Ik leerde silhouetten en haarstijlen dateren, verschillende kledingstukken onderscheiden, deed textielkennis op, ontdekte bontsoorten en bekeek kanttechnieken. Maar waar waren de sieraden, toch een wezenlijk onderdeel van een outfit? Om die vraag te beantwoorden, moeten we in de geschiedenis van het vak kunstnijverheid duiken, dat zijn wortels in de museumwereld heeft.

De geschiedenis van kunstnijverheidscollecties
Het Victoria and Albert Museum in Londen is het oudste museum voor toegepaste kunst. Het opende in 1852, in een periode dat de opkomst van industriële massaproductie had geleid tot een hausse aan relatief goedkope producten in een ratjetoe van stijlen, die vrijelijk teruggrepen op voorbije eeuwen. Slechte vormgeving zonder kennis van ambachten en materialen, meende een aantal designcritici. Het nieuwe museum moest daar verandering in brengen. De presentatie van historische objecten geordend naar materiaal moest de eigentijdse consument onderwijzen en de vormgever inspireren. Het was een klassiek verheffingsideaal met de gedachte ieders leven te verbeteren door middel van educatie.

Museale indeling
De indeling naar materiaal lag voor de hand. Zowel voor de kunsthistoricus als de vormgever of ambachtsman is kennis over materiaal en techniek cruciaal. Er kwamen onder andere afdelingen voor metaal, keramiek, hout en textiel. Deze indeling is nog altijd leidend in de meeste musea. Het Victoria and Albert Museum heeft aparte zalen voor sieraden en mode (afb. 1 en 2). Ook in het Rijksmuseum, waar ik werkzaam ben als conservator textiel, hanteert deze indeling. Kostuum en sieraden vallen dus onder verschillende conservatoren.

Het Rijks heeft nog de luxe dat kleding en al het textiel dat je niet aantrekt (wandtapijten, linnendamast, interieurtextiel) ieder een eigen conservator hebben. Dat geldt ook voor sieraden en metaal. Maar veel vaker is de conservator metaal verantwoordelijk voor het zilverwerk, tinnen tafelgerei en sieraden, terwijl de conservator textiel tapijten en kleding onder zich heeft.

Deze scheiding werkt ook buiten musea door in het onderzoek. Universitair onderwijs is vaak op dezelfde manier geordend. Het betekende voor mij dat er een heel nieuwe wereld open ging toen ik tijdens mijn promotieonderzoek opeens met sieraden in aanraking kwam. Mijn proefschrift ging over de weergave van kleding in de vrouwenportretten van Leonardo da Vinci (tóch nog die grote K). Leonardo zelf had voorkeur voor eenvoud en liet luxe stoffen en sieraden meestal achterwege. Zijn tijdgenoten daarentegen leefden zich erop uit, zeker aan het hof.

Bianca Maria Sforza
Als zijspoor van mijn onderzoek ontdekte ik portretten van Bianca Maria Sforza, het nichtje van de hertog van Milaan en de tweede vrouw van keizer Maximiliaan I. Bianca Maria had voor haar huwelijk een prachtige uitzet meegekregen uit Milaan met dure kleding en nog kostbaarder sieraden. Tot mijn verrassing begon ik in twee portretten sieraden te herkennen van de beschrijving in de inventaris: een hanger met de letters IHS (Ihesus) in het ene (afb. 3) en in het andere een hanger met een tafelrobijn, een hangende parel en een gefacetteerde diamant met het devies van de zakdoek (een devies van een bepaalde ridderorde) en een hanger met tweemaal een hoorn des overvloeds met een smaragd, robijnen en 46 diamanten (afb. 4).

Zeldzame vondst
Het is een zeldzame vondst als je een inventaris kunt koppelen aan beeldmateriaal. Het maakte me nog eens extra bewust van het belang van het totaalplaatje van kleding, kapsel, accessoires en sieraden. Gelukkig brengen de bronnen je soms op het juiste spoor. En anders zijn er altijd mijn collega’s om het blikveld te verbreden. Want niets is leuker dan samen uitpluizen hoe al die historische objecten samenhangen. Hoe ze werden gebruikt, gedragen en welke functies ze zo vervulden.

Sara van Dijk

Literatuur
Willemijn Fock, ‘Kunstnijverheid’, in: Hannedea C. van Nederveen Meerkerk en Henk Th. van Veen,Visuele kunsten / Studiewijzer, Heerlen: Open Universiteit 1989, pp. 39-63
Sara van Dijk, ‘Bianca Maria Sforza’s Jewelry between Word and Image’, in: Sabine de Günther en Philipp Zitzlsperger (red.), Signs and Symbols. Dress at the Intersection between Image and Realia, Berlijn: De Gruyter 2018, pp. 271-282

Bibliografie
Doornbusch, E. (5 november 2021) Overzicht gastcolumns eerste jubileum 2021. hedendaagsesieraden.nl.

Links
• Wikidata

Donaties
Deze website heeft geen commercieel doel en is op persoonlijk initiatief, onafhankelijk en geheel op vrijwillige basis met minimale middelen tot stand gekomen. Wilt u dat steunen met een gift? Dat kan! U kunt uw bijdrage overmaken naar: NL27 TRIO 0781 5140 02 ten name van E. Doornbusch te Amsterdam onder vermelding van hedendaagse sieraden, ook kunt u doneren via paypal.me/hedendaagsesieraden. Giften zullen worden aangewend voor onderhoud en verbetering van de website.

Duurzaam verwijzen naar deze pagina? Gebruik dan deze link: https://hedendaagsesieraden.nl/2022/03/13/gescheiden-werelden/ ‎

Geef een reactie