
In museum DIVA in Antwerpen hebben de succesvolle juwelenontwerpers Katrin Wouters en Karen Hendrix een tentoonstelling ingericht onder de naam Wonderkamer II. Wat maakte een Wunderkammer ooit tot een Wunderkammer? Ordening blijkt een belangrijke factor. Die leek echter te ontbreken in deze hedendaagse wonderkamer: het surrealisme zit diep in de genen van de twee Vlaamsen.
De wereld in een kabinet
Vanaf eind 16e eeuw, toen de wereld bereisd en ontdekt werd, ontstonden in Duitsland en de Lage Landen rariteitenkabinetten of ‘Wunderkammers’. Welgestelden pronkten met prachtige kasten met schelpen, veren, mineralen, geprepareerde dieren en gedroogde planten. En antiquiteiten, of glazen potten met Siamese tweeling-foetussen op sterk water. Een narwalhoorn sprak zeer tot de verbeelding. De natuurhistorische kennis werd ook nogal eens ‘uitgebreid’ met samengestelde skeletten. Wunderkammers duiken met regelmaat op als kreet in musea vandaag de dag. Een losse vertaling van het archetypische tentoonstellingsconcept zijn de gele kamers in het Kunstmuseum Den Haag die je met een tablet ontdekt. In de grote sieradententoonstelling Ontketend, grenzeloze Sieraden in het Museum voor Moderne Kunst Arnhem, was ook een Wunderkammer. Je kon je daar verwonderen over de rijkdom aan materialen en ideeën binnen het gebied van het internationale hedendaagse sieraad, dat volgens samensteller Liesbeth den Besten helaas voor velen nog terra incognita is.

Diamant- en zilvermuseum DIVA laat voor de tweede keer culturele kopstukken een tijdelijke, eigentijdse versie van de wonderkamer inrichten. Het spannende zit ‘m elke editie in de persoonlijke opvatting van het begrip. Wouters & Hendrix vierden vorig jaar het 35-jarig bestaan van hun sieradenlabel. De uitnodiging van DIVA was de ontwerpers op het lijf geschreven, verzamelaars als ze zijn. Sieraden van hun eigen hand waren te vinden in de tentoonstelling, omringd door een immense stroom sieraden van anderen, kunst en curiositeiten. De een nog maffer dan de ander. Anonieme vondsten werden afgewisseld met grote kunstenaars, waaronder surrealisten zoals Meret Oppenheim, Man Ray en Marcel Broodthaers.

Maanzaken
Ooit hoorde ik filosoof Cees Leijenhorst vertellen over de drijfveren van de Wunderkammer-bezitters van destijds. Het ordenen en samenvoegen van de op dat moment bestaande kennis was, volgens hem, een belangrijk onderdeel van het plezier. Al is de indeling voor ons nu misschien wat vreemd. Je kon ordenen op voorwerpen die in de Bijbel voorkwamen, volgens de vier elementen, of je onderscheidde maanzaken en zonzaken. Bekende categorieën waren Naturalia, Artificialia en Scientifica. Plantkundige Carl Linnaeus werd zelfs ontboden om te assisteren bij de indeling van een Wunderkammer. Het geheel moest indruk maken. Tegelijkertijd was het een ode aan een Schepper die de wereld -dat kon niet anders- een goddelijke ordening had opgelegd. Hoe je je schatten indeelde, gaf een intiem inkijkje in hoe je de wereld ervoer.

Niet eenvoudig
Bij elk voorwerp in de drie zalen in Antwerpen, probeerde ik onwillekeurig te begrijpen wat de gastcuratoren zo trof en waar die inspiratie in hun werk terug te vinden was. Maar ‘eenvoudige juxtaposities van ontwerp en inspiratiebron’ waren niet de opzet. Voordat verzamelingen uit de Wunderkammers in de 19e eeuw werden ‘opgenomen in wetenschappelijk geordende museumcollecties en bijgevolg gerationaliseerd’, viel te lezen, hadden verzamelaars nog een ‘open blik’. Mij lijkt die blik van toen helemaal niet zo onbevangen. Maar goed, Wouters en Hendrix traden hun taak met open blik tegemoet en presenteerden allerlei uitingen van materiële cultuur (en nauwelijks ‘naturalia’), dwars door elkaar.


Surrealistisch universum
De wanden van de eerste ruimte ‘Palazzo’ waren geheel met goudpapier beplakt. Kleine spotjes wezen de weg naar vooral gouden sieraden, maar ook een hedendaagse icoon van activiste Oxana Shachko. Meret Oppenheims suikerklontjesring deelde de vitrine met een armband van Lucio Fontana, ingesneden zoals zijn Concetto Spaziale-doeken. Insnijden en uitdeuken – Fontana’s armband leek iets te maken hebben met Wouters & Hendrix’ mooie en grappige Embrace, de bekende armband met een uitstulping alsof je polsknookje van binnen tegen het metaal duwt.


Na het schemerige goud kwamen in de ‘Antichambre’ wandgrote vitrines vol met vondsten van rommelmarkten. Het getuigt van humor en lef dat het duo daartussen sieraden uit hun eigen collecties legden, want een vergissing is snel gemaakt. Ook hing hier het drukwerk van het juwelenmerk. Die aankondigingen, vaak strijdbare dada-achtige collages, waren ontzettend grappig om te zien. De genereus uitgestorte vlooienmarkt-schatten trouwens ook. Wie koopt er nu iemands complete, op met fluweel beklede kleerhangers gespelde, sleutelhangerverzameling? Uit een video bleek dat ze nog wel tientallen andere grepen uit hun archiefdozen hadden kunnen doen, zoveel materiaal hebben zij in de loop der jaren bewaard. Menig stylist zou willen rondneuzen in dat depot. Maar de vraag is of alles even bruikbaar en even belangrijk is. Hoe maak je een keus en wat krijgen we níet te zien?

In de laatste, weer wat duistere ruimte, ‘Room with a view’, waren op een ovalen plateau allerlei kunstvoorwerpen geplaatst rondom het thema zilver: een replica van Marcel Duchamps Roue de Bicyclette, een halssieraad van Louise Bourgeois uit 1948, Marcel Mariëns brilmontuur met één glas. Er waren chatelaines met breloques en Wouters & Hendrix’ bedelarmbanden met schapulierkes, de trouvailles in dit geval direct verwerkt in de sieraden. Ook stonden er vijf verschillende ‘besamimtorens’. Bij deze Joodse rituele voorwerpen staat dat de ontwerpers zich herkenden in de zilversmeedtechnieken maar ook aangesproken werden door het ritueel om de sjabbat af te sluiten met de prettige kruidengeur. Punt. We krijgen niet te horen welk aspect daarvan in hun sieraden terecht is gekomen. Iets met geur, iets met rituelen, iets met afsluiten? Alleen een echo van de torentjes-vorm? In het surrealistische geheel van Wonderkamer II is het misschien niet de bedoeling om lang stil te staan bij individuele objecten.


Griezelige aantrekkingskracht
Als je het woord ‘Wonderkamer’ inzet, dan verwacht je voorwerpen die de verbeelding prikkelen omdat je ze nog nooit hebt gezien. Of nog nooit met die blik. Zo was het 18de eeuwse kabinet van de anatoom Frederik Ruysch volledig gevuld met medische preparaten, vooral van kinderen. Ruysch maakte prachtige rotslandschapjes met baby-skeletjes in allerlei houdingen. Om potentieel geïnteresseerden over de drempel te helpen deed hij dat, hoorde ik Wunderkammer-kenner Bert van de Roemer eens vertellen. Ook versierde Ruysch de skeletjes met kralensnoertjes van galstenen en nierstenen, ja echt. Bij DIVA waren ook voorwerpen met zo’n mysterieuze, voor ons griezelige aantrekkingskracht. Vooral in, wat ik hier maar noem, de categorie ‘devotionalia’. De votief-harten uit de verzameling van cardioloog Dr. Boyadjian bijvoorbeeld, en een hartvormig afscheidskussentje van een zeeman. En wat deed dat bijgelovige mollenpootje als amulet aan een oude paternoster? De kralen met gegraveerd parelmoer leken op hoe sieradenmaker Terhi Tolvanen parels facetteert, maar dan in 1800.
Goud, trouvailles en zilver
Ik stel me zo voor dat de 17de eeuwse gastheer van een Wunderkammer (het was meestal een herenhobby) zijn gasten ontving met een opwarmer, een aardig fossiel bijvoorbeeld, waarna op het eind pas de eenhoorn-hoorn of het stuk maansteen te voorschijn kwam. In de opzet van de tentoonstelling in Antwerpen was wel sprake van enige ordening. De namen van de ruimtes Palazzo, Antichambre en Room with a View ademden grandeur. De inhoud, goud, trouvailles en zilver bouwde echter niet op naar een spektakelstuk. Als het waar is dat de indeling zicht moet geven op het wereldbeeld van de makers, dan waren dit nogal veilige thema’s.
Oeverloos associëren
Het is niet erg dat Wouters & Hendrix de hele santekraam ‘ongerationaliseerd’ toonden. Wonderkamer II was eigenlijk een Flohkammer. Je moest zelf op zoek gaan naar verhalen en dwarsverbanden. Dat is ook best fijn, om er surrealistisch op los te kunnen associëren. Maar niet oeverloos. Ik had toch wel van dichterbij willen meeleven met de overwegingen van de samenstellers. Hebben ze nog ergens met die keuzes, eh, geworsteld? Bij Wouters & Hendrix leken de bronnen van verwondering oneindig en inwisselbaar.

Tentoonstelling
Wonderkamer II: Wouters en Hendrix, 13 september 2019 t/m 16 februari 2020, DIVA, Antwerpen (België) Gastcuratoren: Katrin Wouters en Karen Hendrix Curator: Romy Cockx Tentoonstellingsontwerp: Bob Verhelst Werk van: Ann Veronica Janssens, Aarich Jespers, Daniël von Weinberger, David Bielander, Evan Holloway, Fausto Melotti, Grayson Perry, Jesús Rafaël Soto, Leo Dohmen, Louise Bourgeois, Lucio Fontana, Man Ray, Marcel Broodthaers, Marcel Duchamp, Marcel Mariën, Meret Oppenheim, Michel François, Monika Brugger, Niki de Saint Phalle, Oscar Jespers, Oxana Shachko, Paul Joostens, Philip Aguirre, Pol Bury, René Heyvaert, Salvador Dalí, Van Cleef & Arpels, Walter Swennen, Wouters & Hendrix en Xavier Somers
Links
• Wikidata
Donaties
Deze website heeft geen commercieel doel en is op persoonlijk initiatief, onafhankelijk en geheel op vrijwillige basis met minimale middelen tot stand gekomen. Wilt u dat steunen met een gift? Dat kan! U kunt uw bijdrage overmaken naar: NL27 TRIO 0781 5140 02 ten name van E. Doornbusch te Amsterdam onder vermelding van hedendaagse sieraden, ook kunt u doneren via paypal.me/hedendaagsesieraden. Giften zullen worden aangewend voor onderhoud en verbetering van de website.
Duurzaam verwijzen naar deze pagina? Gebruik dan deze link: https://hedendaagsesieraden.nl/2020/03/21/wonderkamer-de-flohkammer-van-wouters-en-hendrix/