##Elisabeth Treskow (Bochum (Duitsland), 20 augustus 1898 – Brühl (Duitsland), 6 oktober 1992) was onder meer actief als sieraadontwerper, docent, auteur en goud- en zilversmid. Zij woonde en werkte in Keulen ((West-)Duitsland).
Biografie
Treskow is de dochter van de drogist Max Treskow en zijn echtgenoot Hedwig Treskow. Als kind kampte Treskow met gezondheidsproblemen. Een kinderarts adviseerde Treskow een kunstopleiding te laten volgen. Daarop bezocht Treskow de Hagener Silberschmiede, een initiatief van Karl Ernst Osthaus in Hagen (Duitsland), waar zij zich onder leiding van onder meer Frans Zwollo sr. (1872-1945) bekwaamde in het metaal drijven.
Toen de Hagener Silberschmiede als gevolg van de Eerste Wereldoorlog sloot ging Treskow vanaf 1915 schilderlessen volgen bij de van oorsprong Nederlandse Johan Thorn Prikker (1868-1932) in Essen (Duitsland). Ook ging zij verder met metaalbewerking in de Metalklasse van de Handwerker- und Kunstgewerbeschule in Essen (Duitsland). Vervolgens studeerde Treskow aan de Staatlichen Höheren Fachschule für Edelmetallindustrie in Schwäbisch-Gmünd (Duitsland) (1916-1917), waar ze les kreeg van onder anderen Walter Klein. Ten slotte ging Treskow in de leer bij de gerenommeerde juwelier en goudsmid Karl Rothmüller in München (Duitsland). In 1918 vervaardigde Treskow haar Gesellenprüfung. Het sieraad was gemaakt van opalen, goud en smaragden en zou in 1918 zijn tentoongesteld in het Münchener Glaspalast te München (Duitsland) onder de naam van Rothmüller.
In 1919 keerde Treskow terug naar Bochum (Duitsland) en vestigde zich als zelfstandige met een werkplaats bij haar ouders. De keel- neus- en oorarts Karl Brüggemann uit Bochum (Duitsland) verwierf vanaf de twintiger jaren vele stukken van Treskow.
Treskow betrok in 1923 een mansarde-atelier in de Künstlersiedlung Margarethenhöhe aan de Sommerburgstraße 64 te Essen (Duitsland) (1923). In 1924 leverde Treskow haar meesterstuk aan de Handwerkskammer Düsseldorf. Geïnspireerd door de Etrusken voerde Treskow vele experimenten uit met de millenia oude granuleringstechniek. Zij werd gezien als degene die deze techniek herontdekte in de twintiger jaren. Naast de antieken putte Treskow ook inspiratie uit de Middeleeuwen.
Treskow werd als een van de eersten lid van het Gesellschaft für deutsche und österreichische Künstlerinnen, opgericht door Ida Dehmel (1870-1942) in 1926.
De eerste leerling van Treskow was Max Zeitz. Hij zou later de leiding krijgen over de werkplaats van Treskow. Andere leerlingen waren Elsbeth Friederichs, Sigrid Keetmann, Elsbeth Malin en Theo Ortmann.
In 1927 verhuisde Treskow naar een ander gebouw met verschillende ateliers in Margarethenhöhe, het zogeheten Werkhaus, waar tegelijkertijd ook de boekbinder Frida Schoy (1889-1962) een atelier kreeg. In dat gebouw bevond zich tevens een drukkerij en een verkoopruimte die was ingericht in de stijl van de nieuwe zakelijkheid. Daar ontstond ook de samenwerking met de emailleur, schilder en graficus Kurt Lewy (1898-1963). Ze vervaardigden huisaltaren van zilver alsook ringen en manchetknopen. Ook werkte Treskow samen met Schoy. Op Margarethenhöhe woonde Treskow onder meer aan de Sommerburgstraße.
Treskow heeft werk in opdracht gemaakt van nazi’s, al probeerde ze dit zo veel mogelijk te voorkomen. Daarnaast heeft ze ook verschillende keren liturgische voorwerpen zoals miskelken en bisschopsringen in opdracht vervaardigd.
In 1943 trok Treskow opnieuw in bij haar ouders in Detmold (Duitsland) en richtte daar een werkplaats in. Opdrachten voor nieuwe sieraden bleven uit en ze richtte zich op restauratie van zilverwerk. In oktober 1944 werd Treskows voormalig atelier op Margarethenhöhe door bommen grotendeels verwoest. De werkplaats in het Werkhaus op Margarethenhöhe werd na de oorlog niet herbouwd.
In 1948 werd Treskow hoofd van de Gold- und Silberschmiedklasse van de Kölner Werkschule. Treskow was de eerste vrouw die tot professor werd benoemd in 1956 aan dit instituut (1956-1964). Tegelijkertijd raakte Treskow ook betrokken bij de voorbereidingen op de restauratie van de door oorlogshandelingen beschadigde Dreikönigenschrein uit de Dom van Keulen (Duitsland). De restauratie startte pas in 1961, toen Treskow zich had bekeerd tot de Rooms-Katholieke Kerk.
Een beroemd ontwerp van Treskow is de Meisterschale die ze in 1949 vervaardigde samen met haar leerlingen van de Kölner Werkschule voor de Deutscher Fußball-Bund. Treskow leerde haar opdrachtgevers graag kennen zodat zij haar ontwerp zo goed mogelijk kon laten aansluiten op diens smaak en wensen. Hierdoor ontstonden verschillende nauwe vriendschappen.
In de vijftiger jaren verwerkte Treskow munten en antiek geslepen stenen in haar sieraadontwerpen. Door haar betrokkenheid bij de restauratie van de Keulse Dreikönigenschrein was Treskow opmerkzaam geworden op (antieke) gemmen en legde ze een verzameling aan. Korte tijd legde Treskow zich toe op productontwerp. Ze ontwierp een bestek dat werd uitgevoerd door de firma Hugo Pott in Solingen (Duitsland). Ze won er verschillende prijzen mee.
Toen Treskow in 1971 naar een seniorenwoning in Brühl verhuisde gaf ze haar werkplaats op. Ze liet echter nog steeds nieuwe ontwerpen uitvoeren door haar voormalige leerlingen, waaronder Christa Bauer, Fritz Deutsch, Falco Marx en Gertrud Weber-Vogel.
Treskow vervaardigde sieraden van materialen als (wit)goud, chrysoberyl, robijn, toermalijn, saffier, parels en opaal.
Treskow schonk haar verzameling van circa 130 antieke gemmen alsook haar fotoarchief, een deel van haar bibliotheek en ontwerptekeningen aan het Museum für Angewandte Kunst Köln (MAKK) te Keulen (Duitsland) in 1977. Ze ontving voor deze schenking de Jabach-Medaille. In 1991 maakte het MAKK een overzichtstentoonstelling van het werk van Treskow, waarbij ook een publicatie is verschenen.
Sieraden van Treskow werden en worden gepresenteerd door onder meer Tadema Gallery.
Werk in openbare collecties (selectie)
Museum für Angewandte Kunst Köln (MAKK), Keulen (Duitsland)
Schmuckmuseum Pforzheim, Pforzheim (Duitsland)
Victoria and Albert Museum, Londen (Verenigd Koninkrijk)
Werk in particuliere collecties (selectie)
Marta Baedeker
Karl Brüggemann
Ernst Gosebruch
Hans Luther
Else Metzendorf
Tentoonstellingen (selectie)
1925 – Weihnachtsausstellung, Museum Folkwang, Essen (Duitsland)
1927 – Europäisches Kunstgewerbe, Grassimuseum, Leipzig (Duitsland)
1929 – Der neue evangelischen Kirchenraum, Museum Folkwang, Essen (Duitsland)
1937 – Wereldtentoonstelling, Parijs (Frankrijk)
1961 – International Exhibition of Modern Jewelry, 1890-1961, Worshipful Company of Goldsmiths, Londen (Verenigd Koninkrijk) (26 oktober 1961 t/m 2 december 1961)
1971 – Gold + Silber Schmuck + Gerät von Albrecht Dürer bis zur Gegenwart, Norishalle, Neurenberg (West-Duitsland) (19 maart 1971 t/m 22 augustus 1971)
1990 – Elisabeth Treskow – Goldschmiedekunst des 20. Jahrhunderts, Deutsches Goldschmiedehaus, Hanau (Duitsland)
2019 – Aufbruch im Westen. Die Künstlersiedlung Margarethenhöhe, Ruhr Museum, Essen (Duitsland) (8 april 2019 t/m 5 januari 2020)
2019 – Elisabeth Treskow, Golden Girls – No. 1, Museum Pfalzgalerie Kaiserslautern, Kaiserslautern (Duitsland) (26 juni 2019 t/m 8 september 2019)
2021 – Danish Jewellery Box, Zeitgenössisches Schmuckdesign, Museum für Angewandte Kunst Köln (MAKK) te Keulen (Duitsland) (13 maart 2021 t/m 1 augustus 2021)
Prijzen (selectie)
1937 – Gouden medaille Wereldtentoonstelling Parijs (Frankrijk)
1938 – Goldener Ehrenring
1963 – Bayerischer Staatspreis
1964 – Großes Bundesverdienstkreuz
1967 – Staatspreis für Kunsthandwerk des Landes Nordrhein-Westfalen (West-Duitsland)
1977 – Jabach-Medaille, Keulen (Duitsland)
1980 – Herbert Hofmann-Preis
Opdrachten (selectie)
1938 – Ambtsketen voor de burgemeester van de stad Essen (Duitsland)
1954 – Ambtsketen voor de burgemeester van Keulen (Duitsland)
1955 – Ambtsketen voor de burgemeester van Essen (Duitsland)
Bibliografie (selectie)
Becker, F., Falk, F., Heigl, C., Hössle, E., Koós, J., Pomodoro, A., Skal, H. von, Staber, M., Treskow, E., Wagenfeld, W. (1971) Gold + Silber Schmuck + Gerät von Albrecht Dürer bis zur Gegenwart. München: Karl L. Lipp. OCLC 1000974640
Danish Jewellery Box, Zeitgenössisches Schmuckdesign (2020). Keulen: MAKK.
Grütter, H.T. en Heimsoth, A. (2019) Aufbruch im Westen Die Künstlersiedlung Margarethenhöhe. Essen: Klartext. ISBN 9783837521009
Hughes, G. (1968) Modern Jewelry, An international Survey, 1890-1967. Londen: Studio Vista. ISBN 0289277094
Witthaus, W. (1942) Elisabeth Treskow Goldschmiedarbeiten. Berlijn: Ulrich Riemerschmidt Verlag. OCLC 72796514
Links
• RKD Artists
• Wikidata
Donaties
Deze website heeft geen commercieel doel en is op persoonlijk initiatief, onafhankelijk en geheel op vrijwillige basis met minimale middelen tot stand gekomen. Wilt u dat steunen met een gift? Dat kan! U kunt uw bijdrage overmaken naar: NL27 TRIO 0781 5140 02 ten name van E. Doornbusch te Amsterdam onder vermelding van hedendaagse sieraden, ook kunt u doneren via paypal.me/hedendaagsesieraden. Giften zullen worden aangewend voor onderhoud en verbetering van de website.
Duurzaam verwijzen naar deze pagina? Gebruik dan deze link: http://hedendaagsesieraden.nl/2019/08/20/elisabeth-treskow/
